woensdag 6 juli 2005

op bezoek bij de andere ziekenhuizen en andere Hollandse herinneringen!

Na een prima nacht is het weer goed dag geworden. Om 6.00 uur een warm bad en zoals inmiddels traditioneel de ochtendwandeling langs de Suriname-rivier. Na de klok van zeven het ontbijt en vervolgens de e-mail afwerken. In Nederland blijkt iedereen hard aan het werk. Nog sterker, mijn dagboek is het onderwerp van de lunchbespreking in ’s-Hertogenbosch. Ik hoop dat het een aangenaam gesprek was: knipperlichtgedrag of zo iets? Als ik terug kom maar eens vragen. In ieder geval blijkt uit mijn mailbox dat het gelezen wordt en dat er behoefte is aan meer. Dus medewerkersgericht, zoals we zijn voldoe ik maar aan deze vraag. Lees verder het resultaat.
Om 9.00 uur word ik opgehaald. In gezelschap van enkele mensen met moeilijke namen, die anderen toch niet kennen, gaan we op pad. Vanochtend staan de andere drie ziekenhuizen op het programma. Ik wil me een beeld vormen van de situatie in Suriname. Om zo vergelijkingsmateriaal te hebben en een betere gesprekspartner te zijn, om vast te stellen of wat ik gezien heb wel representatief is voor Suriname. We gaan eerst naar het Diakonessenhuis, daarna naar het Academisch en tot slot naar Lands Hospital.
Het Diakonessenhuis is ook een particulier ziekenhuis net als Vincentius. Dat betekent dat er een stichting is die het bestuur verzorgd, de anderen zijn van de overheid. Het Diakonessenhuis is nauw verbonden met het missiewerk en heeft veel patiënten die uit de binnenland komen. Het ligt dan ook in het zuiden. Ook de grote Amerikaanse bauxiet firma stuurt daar haar personeel naar toe. Dat betekent dat er een ‘derde’ geldstroom is. Daar is dit ziekenhuis beter in dan de andere ziekenhuizen. Het komt mij over als één van de mooiere ziekenhuizen, hoewel? Een IC voor de kinderen is er niet, wel de ruimte maar niet de apparatuur. Daar is geen geld voor! Verder doe ik veel indrukken op, zoals opnieuw het klasse onderscheid en een geweldig tropisch idee voor de wachtruimte van de poli. Een Surinaams atrium: gewoon een goedkoop dakje over de binnentuin met veel ventilatie. Maar het ziet er wel heel leuk uit.

Het Academisch blijkt volop aan de weg te timmeren. Alleen de vaklieden zijn even weg. Bouwfonds pensioenfonds heeft een schenking van enkele miljoenen gedaan en ze zijn gestart. Maar of het af komt? De architect waar ik mee op stap ben, wás de architect, maar na de directiewisseling is het contract stopgezet. De aannemer zou het afmaken en ik begrijp dat er nu ook nog wat financiële problemen zijn. De indrukken die ik opdoe maken mijn beeld steeds completer. De CT-scan is gesponsord en de poli’s zijn hopeloos. Maar de mensen blijven komen, het gaat tenslotte om de specialist die het werk doet. Als die goed is, dan komt de rest ook wel ….
Aan Lands Hospital breng ik mijn laatste bezoek. Inmiddels behoorlijk bezweet, het is tenslotte rond het middaguur, bezoeken we enkele afdelingen. De Röntgen is door de Japanners geschonken en op de 3e klasse zijn enkele 10-bedskamers. Ze bestaan nog echt! Toch is in hetzelfde ziekenhuis ook een klasse 1, met een éénbedskamer, eigen kleurig sanitair, een zithoekje en een zuster voor de deur. Je weet maar nooit wat je nodig hebt. Toch verwacht de zuster dat de president de voorkeur geeft aan het buitenland.
Na al deze ziekenhuizen vervolgen we de reis naar het Vincentius Ziekenhuis. Dat was toch mijn doel en als ik daar op deze 2e dag rondloop blijkt de uitstraling veel genuanceerder. Eigenlijk valt het allemaal best mee. Het is er schoon, er is ventilatie en licht en er zijn mensen die graag patiënten willen verzorgen. Met het hele verpleegmanagement (afdelingshoofden) bespreek ik hun situatie. Een geweldig gesprek, gelukkig gewoon in het Nederlands. Zij vertellen over wat hen boeit in het ziekenhuis en ik vertel wat over de Nederlandse ziekenhuizen. Voor enkele zusters is een zusteroproep systeem nieuw! En voor iedereen draadloze telefoons waarmee je ook met een patiënt zou kunnen praten, komt wel heel bijzonder binnen …. Tijdens het gesprek komt de Suriname-Power in actie of beter gezegd, het stopt. In een heel gebied is geen stroom en ook het noodaggregaat blijkt niet te starten. Enkele mensen zitten vast in de lift. Ik hoop maar dat ze niet onderweg zijn naar de IC op de 1e verdieping. Het nieuwe hoofd TD doet pogingen om de zaak op te lossen. Na ½ uur komt er weer stroom. Gelukkig maar, de airco gaat ook weer zijn werk doen.

Tot slot nog een gesprek met de directie. Ik wissel mijn nieuwste inzichten uit en laat wat scenario’s de revue passeren. Kern van mijn betoog, net als in Nederland, ontwikkel een visie en werk aan de uitwerking. Laat je onderweg inspireren door wat je tegenkomt om waar nodig bij te sturen. Personeel en draagvlak is daarbij erg belangrijk. Voor een enkeling lijkt dit nieuw. Er zijn nog vragen over gebouwonderhoud. Waar gaat dat eigenlijk over als de medische apparatuur ontbreekt?

Rond 16.00 uur word ik afgezet bij mijn hotel. Zoals een Nederlander betaamt, gaat hij dan op expeditie. Ik pak mijn auto en duik het verkeer van Paramaribo in. Ik raak eraan gewend en blaas mijn eigen toontje mee. Mijn rij-ervaring uit Sri Lanka en Turkije komt van pas. Regels, hoezo? Eigenlijk geldt maar één regelà niet botsen. En daarmee zoek ik de brug van Ballast Nedam over de Suriname-rivier op. Een hele hoge grote betonnen brug, had Nellie daar niets mee te maken? Een heling van 6%, mijn auto trekt het net en vervolgens de glijbaan naar beneden. Het gaat goed. Vervolgens op zoek naar Nieuw-Amsterdam. Mijn TOMTOM werkt hier niet, is ook niet nodig. Bordjes met aanwijzingen zijn er ook niet, dus gok maar wat. Alle verharde wegen staan op de kaart en enkele delen daarvan blijken weggespoeld. Dus gewoon rechtdoor tot het zandpad en dan toch verder. Door de kuil, langs de plas en maar hopen dat ik niet vast kom te zitten. Ik ken dit van Sri Lanka, gewoon gas geven. Dit gaat vaak goed totdat de kuil te groot is. En daar ligt wat inschattingstalent. Ook dit keer gaat het goed, en een enkele keer voel ik dat de auto een bodem heeft, niet voor niets dus! Het lukt me om Nieuw-Amsterdam te bereiken en de restanten van de oude fort te zien. Veel is het niet, maar de kanonnen staan er nog. Ik moet daarna snel naar mijn hotel, want voordat het donker is, wil ik terug zijn en dat is rond 19.00 uur. Het lukt!
Ik neem een bad, schrijf in mijn dagboek en ga wat eten en daarna slapen. Morgen is er weer een dag.

Geen opmerkingen: