dinsdag 9 april 2019

Robots en Tokyo in 2020

Het is hard werken als je op studiereis met Beyond Now gaat. Om 8.00 uur vertrekken we vanuit de lobby van het hotel, dus ik moet opstaan op mijn ‘gebruikelijke’ wektijd van 6.45 uur. Een heerlijk warme douche uit een regendouche maakt me lekker wakker. Op het kozijn van de deur van de douche staat de naam Panasonic. Een geluidsbox of beeldopname kan ik niet vinden in de douche, dus blijkbaar produceert dit bedrijf ook ‘gewone’ prefab douchecabines. Overigens van een prima kwaliteit.

Als ik zo rond 8.00 uur naar buiten loop blijkt het heerlijk weer. Een mooi zonnetje, blauwe lucht en dus een stralend vooruitzicht op de nieuwe dag. Vol verwachtingen vertrekken we met de metro naar ons eerste bezoek. We gaan kennismaken met de Japanse robottechnologie. We ontmoeten vandaag enkele deskundigen en gaan naar het living lab van de stad Tokyo om te bekijken welke ontwikkelingen er in Japan actueel zijn. Na een presentatie komen we in het living lab. We krijgen een uitleg over de Edge, een korset om de rug belasting voor het tillen te verminderen. Een rolstoel met valsignalering en remondersteuning (voor op de heuvel). Ook maken we kennis met de voor Japan nieuwste tilliften, medicijndistributie en camera detectie. Tot slot is er een demo van Palro, een robot die ingezet kan worden in de dagbesteding. In de uitleg proberen we wat zicht te krijgen om de omvang van de implementatie van de technologie in Japan. Mijn voorlopige conclusie is dat wat ik zie in Nederland op dit terrein qua ontwikkeling ‘verder’ is dan wat we in Japan zien. Hoewel wij in Nederland veel technologie en materialen uit het ‘oosten’ gebruiken, zijn wij toch wat verder. Mogelijk zijn er in de Japanse cultuur en/of economie aspecten die het lastig maken om nieuwe technologie te implementeren? Mogelijk is er sprake van een remmende voorsprong? Mogelijk biedt de ‘VOC-mentaliteit ‘ Nederland mogelijkheden waardoor wij inmiddels veel verder zijn?

Na de kennismaking met de robottechnologie gaan we op zoek naar de ‘harde stenen’. In het stadhuis gaan we een roof view doen. Oftewel we gaan naar de bovenste etage en op ruim 200 meter hoogte gaan we de stad eens bekijken. Pas op deze hoogte wordt helder hoe groot Tokyo is, het lijkt een stad waar bijna geen einde aan komt. Een stad met op diverse plaatsen hoogtepunten (wolkenkrabbers) en daarmee geen eenduidig hart. Nadat we het overzicht hebben gehad gaan we naar het ‘drukste kruispunt’ in de wereld. Een plek waar om de 4 minuten een hele grote mensenmenigte het kruispunt overgaat. En omdat het punt op de wereldraanglijst staat wordt het ook als vanzelf druk met toeristen. Mogelijk een beetje ‘selffulfilling prophecy’?

De middag hadden we ‘vrij’ en dus hebben we met een groepje van 5 personen zelf een intensief programma verzonnen. Eerst hebben we de vismarkt bezocht en een lunch besteld. En je raadt het natuurlijk al, de lunch bestond uit …. vis. Daarna zijn we gaan wandelen naar het waterfront. Een gebied tegen het water waar de afgelopen jaren veel nieuwe (hoge) bouwontwikkelingen zijn gerealiseerd. Een prachtig gebied om een wandeling te maken. En er wordt nog volop gebouwd. Daar wordt gebouwd aan het Tokyo van 2020! Tokyo wat enige weken het middelpunt wordt van de wereld en ook een echt Holland-huis krijgt. En natuurlijk ook heel veel stadions. Oftewel het gebied wat nu ontwikkeld wordt voor de olympische spelen. En we leren ook wat over de bouwwijze van de Japanners. Het valt ons op hoe schoon de bouwplaatsen zijn! Ongelooflijk schoon, zelf de stempels van de vloeren glimmen en specievlekken zijn niet te vinden. De bouwkranen glimmen, zelf de onderkanten en we begrijpen dat vrachtauto’s afgespoten worden als ze het bouwterrein op gaan. Schoonheid staat centraal als kernwaarde?! En op het bouwhek hangt een decibelmeter. Er wordt publiekelijk verantwoording afgelegd over de eventuele bouwherrie.

De dag sluiten we af met een heerlijk Japans dinertje. Schoenen uit, lage tafels en volop gezelligheid en netwerken. Het is goed om met een groepje ‘gelijk-geïnteresseerden’ op stap te zijn en de tafel te delen. En daar ervaringen uit te wisselen. Moe maar voldaan keer ik terug naar mijn hotelkamer. Het hotelbed met kamerjas wacht op mij.

Geen opmerkingen: