zaterdag 28 oktober 2006

Niemand heeft een vakantie harder nodig dan degene die net terug is

Om 1.30 uur worden we gebeld, het is de wekservice. En dat hadden we ook afgesproken. En om 1.45 uur worden we weer gebeld, dat is opnieuw de wekservice en opnieuw hadden we dat afgesproken. Het is de bedoeling dat we om 2.00 uur in de airport taxi zitten. En dat lukt! Want om 4.45 uur vertrekt een vliegtuig van Martinair naar Schiphol. En we willen mee, weer terug naar onze families. Niet omdat het slecht is wat we hebben gedaan, maar gewoon omdat we weer verlangen naar onze echtgenote en kinderen. En dat is maar goed ook!

De rit tussen Hotel en Airport is erg waterig. De vele regenval die nog steeds voortduurt zet veel onder water. Er blijken inmiddels ruim 8.000 woningen blank te staan. Iets wat overigens wel vaker voortkomt. Maar toch, je zou er maar wonen.
Nadat we nog een road-block ongestoord passeren komen we op de Bandaranaika Airport aan. Het is er al vrij druk en we treffen veel Nederlanders. Allemaal ook op weg naar huis. Sommigen al dagen, want het vorige toestel van Martinair had een overboeking van 17 plaatsen, dus dat werd wachten voor deze mensen! Gelukkig kunnen wij normaal inchecken en wordt ons de ruim-bagage afhandig gemaakt. Ook de douane ziet ons vertrek zitten en we krijgen opnieuw een stempel in ons paspoort. Als bewijs van vertrek. In de ruime vertrekhal nemen we een kop koffie, het is tenslotte al 4.00 uur in de ochtend en langzamerhand verplaatsen we ons naar de gate. Daar is het nog effen wachten en vrij snel komt een bekende ‘luchtvogel’ van het ras Boeing voor de gate staan. We stappen in en zoeken het juiste stoelnu mmer op. Dit keer zitten we niet naast elkaar en is het geen comfort klasse. Dit betekent nog minder stoelruimte en geen mediaplayer. En een alcoholisch drankje moet betaald worden, maar wie heeft daar zo vroeg op de dag zin in ….? Een uurtje na vertrek, dus zo rond 7.00 uur in de ochtend is het tijd voor het diner. Wie zou dat bedacht hebben?, vervolgens een tuk of tukje en wachten. Wat lezen, hangen, het toilet, een appelsapje, hangen, tukje, praatje, hangen, tukje en vlak voor de landing het ontbijt. Inmddels is het 10 uur na vertrek dus zo 14.30 uur Sri Lanka time…..
Uiteindelijk vliegen we via India, Indische Oceaan, Oman, Perzische golf, Iran, Turkije, Zwarte Zee, Roemenie, Hongarije, Tjechie, Duitsland naar Nederland. Waarbij we bij Enschede de grens overkomen en via Zwolle, Lelystad, Almere, Zaandam, Amsterdam op de luchthaven Schiphol landen. Om 12.10 uur Amsterdamse tijd komt de luchtvogel weer op Nederlandse bodem. Het zit er op. Moei en voldaan stappen we uit op de koude nederlandse bodem. Zowel de marchaussee als de douane heeft geen moeite met onze terugkeer. We hebben ook – niets - aan te geven en lopen naar de aankomsthal. De familie staat met spandoeken klaar en we krijgen een warm welkom. Met een prachtig spandoek.
Moe en voldaan sluiten we de 10-daagse Sri Lankaanse vakantie / veldtocht af. Het was een prachtige reis met vele mooie, gezellige, goede, aangename, herkennende momenten. En misschien zijn we nu wel weer aan vakantie toe? In ieder geval toen ik thuis kwam en in bed belande was ik erg snel en lang vetrokken in dromenland.

vrijdag 27 oktober 2006

Nog één nachtje

De laatste keer opstaan in het beach resort Unawatuna. Helemaal uitgeslapen(?) en inpakken maar. De afgelopen nacht heeft het flink geregend en bij onze reisgenoten Wouter en Andrea blijkt de hotelkamer onder water gelopen te zijn. Er is van alles nat en dat is vervellend. Bij Jos en mij is gelukkig alles nog (net) droog. Het ontbijtbuffet is vanaf 7.30 uur geopend en we staan dus op klokslag deze tijd klaar. Een lekker dubbel gebakken eitje met spek ligt bijna (dus vers) te wachten en met een beetje moeite lukt het ook dit keer om een kop koffie te bemachtigen. Ik ben dit keer opnieuw aan de beurt voor de hotelrekening te vereffenen (plastic helpt dit soort problemen op te lossen) en om 8.00 uur stappen we in de auto voor vertrek. Het belooft opnieuw een boeiende dag te worden.
Onderweg van Unawatuna naar Negombo zien we op vele plaatsen de gevolgen van de Tsunami. Er zijn nog volop beschadigde huizen, bruggen die nog hersteld worden, noodbruggen. En ook zien we nieuwe woonwijkjes die met donorgeld zijn gerealiseerd. We hadden het plan opgevat om bij Hikkaduwe een bootje met een glazenbodem te huren en de koralen voor de kust te verkennen. Zodra we daar aan komen blijkt de Indische Oceaan erg ruw. Er is geen boot op de zee en wij besluiten het ook maar niet te gaan doen. We willen graag veilig en droog terug keren naar onze gezinnen. En iedereen blijkt al eerder of elders koralen bewonderd te hebben, dus of het noodzakelijk is om nu de zee op te gaan ……?
We vervolgen dus de weg langs de kust naar het noorden en zijn deelgenoot van allerlei vervoersmiddels die we op de weg tegenkomen. Zoals tuk-tuks, bromfietsen, oude en nieuwe auto’s, wrakken, voetgangers, scooters,…. En dat alles op dezelfde baan, en dat zonder botsingen.
Een eindje verder in Ambalangoda bezoeken wij een mask-museum. Er blijkt erg veel symboliek bij het gebruik van vele maskers en wij krijgen een prima uitleg over het gebruik. In de naast het museum gemaakte ‘werkplaats’ wordt zichtbaar gemaakt hoe maskers worden gemaakt. De arbeid van enkele Sri Lonkanen leidt tot een aanvulling van de voorraad in de winkel en verzorgt daarmee de inkomsten stroom van het museum. Want de toegang was gratis. Ik besluit het masker ‘hoofdpijn’ te kopen, lijkt me wel toepasselijk voor een makser dat een slag over zijn kop heeft hangen.


Hierna gaan we verder en bij Kalutara (gelegen aan de Zwarte rivier, Kalu Ganga) maken we een stop. Iedere boedistische chauffeur hoort daar biij de Gangatilake Vihara te stoppen en een donatie te geven. Daar staat een enorme witte dagoba met een rij ramen in de koepel. Het is één van de weinige dagoba’s waar je ook in kan komen en waarin een andere dagoba is gevormd. De fries is beschilderd met de verhalen of beter legende’s van boeddha. Zo zien we een afbeelding van de plek waar de prins zijn verheerlijking onder de Bo-boom kreeg en daarbij het nirwana bereikte. De koepel is inmens en de akoestiek in de koepel is geweldig. Eigenlijk zou je iets willen uitschreeuwen, maar ik heb me kunnen beheersen. Gelukkig hoefden me andere reisgenoten zich niet voor mij te schamen!

Na het tempel bezoek (zonder dat we een donatie gaven) reden we verder naar Colombo. Daar hebben we het toppunt van westers eten beproeft. Oftewel een Big Mac met franse frietjes bij de Mc Donald in het Verre Oosten. Het eten smaakt net als bij de Mac in Nederland, dus goed en voedzaam. Hierna zijn we doorgereden naar ons Hotel, The Beach in Negombo. Een zeer luxe hotel met alles wat je mag of wil verwachten in z’n hotel. Met name het sanitair is geweldig en de badkuip is niet alleen van forse afmeting, maar ook erg comfortabel. Er hangen kussentjes in zodat je heerlijk kan relaxen. Ook de zwembaden zijn heerlijk en hebben uitzicht op zee. Via de palmen zie je de ruwe Indische Oceaan. Het is een waardige afsluiting van 10 dagen Sri Lanka. Ondertussen nemen de weerscondities in kwaliteit af en plenst de regen met bakken naar beneden. En dat blijft zo totdat we vertrekken.


Het diner is in het restaurant van het Hotel, met alleen een dak is dat wat winderig, maar de temperatuur is wel goed. Ik denk dat het rond de 26 graden is. Het eten is prima en er is zowel vis als vlees, en wat wil je nu nog meer? Er resten wat waardevolle woorden voor elkaar want de rondreis is bijna afgesloten. Helaas moeten we afscheid nemen van Wouter en Andrea en dat doet ons pijn. Het zijn goede vrienden en we hadden samen een zeer aangename reis. Helaas is het punt van afscheid gekomen en dus zeggen we elkaar gedag. Tot ziens, alleen we weten nu nog niet wanneer en waar …….
Dit keer is Jos de pineut voor de schade en wat contante euro maken het mogelijk om zonder af te wassen vannacht te vertrekken. Rond 22.00 uur stappen we moe en voldaan in / op onze kingsize bedden en vallen in diepe slaap!

donderdag 26 oktober 2006

Don’t tell me how educated you are, tell me how much you have travelled – Mohammed -

Eindelijk een goede en wat langere nachtrust. Maar toch word ik wakker voor de wekker afloopt en rond 7.30 uur loop ik op het strand. Het wordt een strandwandeling naar de kop van de baai. En ik realiseer me opnieuw hoe hoog de golven kunnen. Twee keer spoelen mijn voeten onder het zoute water omdat ik niet snel genoeg omhoog (van de zee af) kan lopen. Maar met 25 graden droogt het wel snel. Ik sluit de wandeling af met een genietmoment en tuur over de zee. En luister naar het ruisen. En zie de palmen, en opnieuw mist de bounty (en Betty en de kids). Het ontbijt bestaat uit brood met eieren en heerlijk fruit. Gelukkig is er ook koffie want anders kan ik niet echt met de dag beginnen.

Om 9.00 uur vertrekken we naar Galle. Het is maar een klein ritje en met 15 minuten rijden we al in het oude fort rond. We rijden over de Leynbaan en de chauffeur zet ons af bij de Dutch Reformed church, ook wel Nederland hervormde kerk genoemd. Het is nog steeds dezelfde kerk en er lijkt weinig veranderd. Alleen ook hier zijn alleen diensten in het Sinhalees. Samen met mijn reisgenoten wordt er gezocht naar familieleden. Er liggen namelijk veel ‘lyken’, alleen we kennen ze niet. Ik constateer wel dat de globalisering al van veel eerder is begonnen dan in de 21e eeuw. Er liggen hier mensen uit Nederland, Engeland, India, Sri Lanka, Portugal, etc. En de teksten zijn erg verschillend, je zou er een afstudeerproject van kunnen maken. In een heerlijk warme omgeving! Het is er tussen de 25 en 30 graden.
Vervolgens maken we een rondwandeling over het fort Galle. Het fort uit de VOC tijd is niet beschadigd door de Tsunami. Sommige gebouwen zijn wel beschadigd of misschien zuiverder gezocht hebben veel achterstallig onderhoud. Het is in ieder geval dezelfde wandeling als ruim 20 jaar geleden en er is weinig veranderd. Het is een mooi gezicht, zowel qua natuur als gebouw en onderweg ontmoet je verschillende mensen. Natuurlijk de toeristen, maar ook andere handelaren in van alles en nog wat. Er zijn veel mensen die gids willen zijn en er zijn er ook veel die ‘iets’ verkopen. Wil je niets dan is er maar één motto en dat is: negeren! En dat is moeilijk, want nee zeggen helpt niet. Dan geef je toch te kennen aandacht te geven, en schud ze dan maar eens af. Of je koopt gewoon iets, maar ook dan. Je kunt toch nog meer kopen?


Één van de weinige musea die het fort rijk is bezoeken we. Er staat veel oude troep, nieuwe troep (wat stuk is) en zeker ook mooi antiek. Oude koloniale spullen, soms nieuw gemaakt. Maar ook oude koetsen, porselein, houtwerk (deuren, meubels, koetsen) etc. etc. Het is heel leuk om te zien en je kunt het door dit museum laten opsturen. Volgens mij zijn de regels zodanig dat alleen export mogelijk is als het minder dan 50 jaar oud, dus …….? Maar vooruit, het is een mooie verzameling.
In een prachtig restaurant op de 1e verdieping, met uitzicht op een deel van het fort eten we onze lunch. Ik neem Tomato cream soupe met een kip-omelet. Prima te eten en ik kan er weer even tegen.

Daarna wat zoeken naar souvenirs (VOC munten, stenen zoals star-saffier, bleu-saffier, T-shirts, etc) en terug naar Unawatuna. Daar is de wind inmiddels voldoende toegeslagen op de zee om een goede branding op te leveren. En het is daarmee heerlijk spelen in de zee. In de branding is wel veel zand, dus in plaats van afvallen is het aankomen. Maar gelukkig kun je dat er aardig afwassen.


Hierna heb ik nog wat rondgehangen in het hotel en gewerkt aan mijn verslag, ge-emailt, foto’s veilig gesteld, etc. etc. En om 18.00 uur begonnen aan het aperitief. Het was weer een local biertje, formaat groot (0,7 liter). Kleiner hebben ze niet in Sri Lanka. Ondertussen heb ik een gesprek met één van de oudste bedienden en hij weet voldoende om wat vragen van mij op te lossen. De ‘tent’ waar ik 20 jaar geleden veel heb gezeten is inderdaad dezelfde als het huidige hotel waarin ik verblijf! Het restaurantgedeelte is inmiddels totaal vervangen en van het gebouw zelf staat nog een klein deel overeind. Ik zit dus inderdaad op dezelfde plek als vroeger. Precies wat ik bedoelde! Van het oude personeel is weinig meer over, allemaal met pensioen of vertrokken. En Ballast Nedam is nog steeds bekend. Van de persoon die ik sprak begreep ik dat ook het rijgedrag van Ballast mensen bekend is geraakt. Dit betekent zo iets als ‘te stevig doorrijden’.
’s Avond sluit ik af met een buffetje, verslagje, slaapje. Welterusten!

woensdag 25 oktober 2006

vandaag is het mijn dag! En is de baai nog zo mooi als toen?

Vroeg in de ochtend kan ik niet meer wachten om op te staan. Ik hoor het geluid van toeterende auto’s en in gedachten roept de bruisende oceaan van Unawatuna. Ik sta op, ga me wassen en ga snel op pad. Ik wil kijken of het oude restaurant waar ik in 1984 zo vaak ben geweest er nog is. Maar helaas, ik kan kort en bondig zijn, niets gevonden! Wel veel restaurants, allemaal aan de beach maar ik vind geen enkel, maar dan ook geen enkel herkenningspunt. De baai is ook niet meer zo mooi als toen. Misschien vanavond maar eens aan de general-manager van het hotel vragen. Verder slaat wat ‘tropen-kolder’ toe, blijkbaar toch iets verkeerds gegeten. Het komt er uit, ik spoel het weg en leef verder op wat pilletjes. En het werkt prima, ik ondervind geen hinder. En de gebakken eitjes bij het ontbijt zijn heerlijk. De verdere dag slik ik wat pilletjes en dat helpt me zeker verder.
Om 9.00 uur vertrekken we en Srilan onze chauffeur staat klaar. We stappen in en nemen de kustweg naar het zuiden. Het is erg druk en we schieten maar langzaam op. Onderweg bij Weligame stap ik uit en neem ik een shotje van een paalvisser. Het wordt de standaard foto van veel toeristen en de paalvisser komt van zijn paal af. Hij heeft een vis bij zich (gekocht op de markt?) en wil die aan Jos verkopen. Jos wil wel betalen maar aan de vis heeft hij geen zin. Dus wat rupies en weer een locale die zijn dagsalaris binnen heeft. Volgens mij brengt paalvissen veel meer op als acteur dan als visser. Maar wat geeft het...
We vervolgen de tocht lang de kustweg en herinneringen komen boven. Het lijkt wel of er weinig is veranderd, of toch? De Austin Morris is een zeldzame auto geworden en er zijn wat nieuwe uit India gekomen. De gemiddelde autoleeftijd is dus wat teruggelopen, hoewel er nog vast wat wrakken rondrijden. Er lijken weinig regels als het gaat om profiel op de autoband, verlichting en gedrag in het verkeer. Er is één basisregel 'NIET botsen'. En misschien vanuit het boeddhisme, geef elkaar ook wat ruimte, maar alleen als het anders tot een botsing zou leiden.
Rond 10.00 uur komen we aan bij de poort van het Ruhunu University complex, iets ten zuiden van Matara. Ik meld mij bij de poort en vertel mijn verhaal. Ik wil graag naar binnen omdat ik ooit heb mogen meewerken aan de bouw. De wacht neemt contact op met de bazen en vervolgens krijg ik de telefoonhaak snel in handen. Ik spreek met de vice-counceller en binnen 5 minuten heb ik toegang tot het complex. Het toverwoord Ballast-Nedam blijkt deuren te openen. Ik mag naar binnen en mag gewoon vrij rondlopen. En dat doe ik dus ook met mijn reisgenoten.

Het is een hele belevenis voor mij. Ik zie hoe het complex is afgekomen en hoe het er na ruim 20 jaar bijstaat. De begroeiing is omvangrijk en ik vind dat het erg mooi is geworden. Architect Bawa heeft een geweldige creatie gemaakt en de uitstraling is goed. Herinneringen komen boven en in mijn gedachten hoor ik minidumpers rijden. Ik zie vele werkers op de steigers van het bouwwerk en de groepjes werkers waarvan je altijd afvroeg waar ze mee bezig waren. Ik hoor het geluid van mijn motor en zie mezelf in gedachten rondrijden over de bouwplaats. En ik realiseer me dat de gebouwen mooi zijn geworden. Na 20 jaar is er alleen wel wat onderhoud nodig... En ik zie op ‘teveel’ plaatsen betonrot. Op meerdere plaatsen zie ik schade aan het beton en op een enkele plaats zie ik zelfs de wapening roesten. Het soms gebruikte zeezand heeft vast niet tegengewerkt dat de wapening roest. Één van de gebouwen is recent opgeknapt, oftewel geschilderd. Deze ziet er weer mooi uit. De andere gebouwen hebben na 20 jaar een schilderbeurt hard nodig. De ligging van het terrein is mooi en de overdekte verbindingsgangen maken het inderdaad een schitterende universiteit. Mijn reisgenoot Wouter zou er graag willen gaan studeren, maar of dat alleen door de gebouwen komt?
In het gebouw van de zoölogie faculteit spreken we wat mensen. Het woord Ballast Nedam werkt opnieuw prima en mensen vinden het leuk dat er iemand komt kijken. Ik vertel maar niet dat ik na mijn stageperiode niet meer bij Ballast heb gewerkt en ook vertel ik ze niet dat ik nu eerder aan de zijde van de opdrachtgever zit.


Tot slot gaan we nog even bij de bungalow van de baas van de universiteit kijken. En het uitzicht daar is niet veranderd, ik zou er (voor de plek) zo willen wonen.

Hierna volgt een zoektocht naar het guesthouse. We zoeken en zoeken en kunnen het niet vinden. De zoektocht heeft wel definitief opgeleverd dat het huis is afgebroken. Waarschijnlijk het enige huis in mijn straat die is afgebroken en op die plek (38 Esplanade Road) staat nu een bankgebouw. De privat-hospital waar ik mijn blindedarmoperatie heb gehad is er nog wel. Ik neem zelfs binnen een video op, hoewel ik mij die situatie niet meer kan herinneren. Weggedrukt? Of meer een plekje gegeven?
Tot slot bezoeken we de Dutch reformed church in het fort van Matara. In tegenstelling tot 20 jaar geleden is net nu een levende singaleese gemeente. Het gebouw is hersteld en iedere week zijn er nu diensten. Ik heb een goed gesprek met één van de leden en geef een gift.
Na deze vermoeiende herkenningstocht in Matara gaan we naar Mapalane. Het bezoek aan de agrarische faculteit heeft iets minder herinneringen. Ik heb daar ook maar 6 weken gewerkt. Het waren wel mijn eerste tropen ervaringen, dus het heeft wel indruk gemaakt. Het boeiendste deel van het bezoek was het muurtje. Het muurtje staat er nog steeds en is niet ingestort. Oftewel de oplossing die ik had bedacht is succesvol gebleken en heeft het 20 jaar uitgehouden.
Een andere conclusie die ik uit het bezoek kan trekken is een wijze bouwles. Betere bouwmaterialen gebruiken is op termijn (zeker in de tropen) een verstandige keuze. Voor de gebouwen op Mapalane was meer geld beschikbaar en zijn aluminium kozijnen, betere dakpannen en betere stenen gebruikt. Op termijn heeft het hier zeker rendement gehad. Zeker als de functionaliteitseisen niet wijzigen. De gebouwen zijn helemaal niet verbouwd. Alleen de materialen die gebruikt worden moet wel worden gebruikt, anders komt het out-of-order. En werkt de toiletpot gewoon niet en moet je er zelf wat water doorgooien.

De dagexcursie sluiten we af met een tocht door rijstvelden, palmbomen, theeplantages en alles wat de tropen meer te bieden heeft. Zoals een stop om wat vruchten te proeven, wat foto’s te nemen en een videoshotje. Rond 16.00 uur kom ik ‘op’ terug in mijn hotel. De krachten zijn op, en ik neem een uitgebreid tukje. Om daarmee ’s avonds wat puf te hebben en dat lukt. Daarmee kan ik lekker eten en op het strand het thuisfront te bellen (met de branding van de Indische Oceaan op de achtergrond en een lekker temperatuurtje. Het is erg fijn de stemmen even te horen!

dinsdag 24 oktober 2006

Het geheim van het leven is niet, doen wat je leuk vindt, maar leuk vinden wat je doet

Na de spectaculaire avond met olifanten voor onze deur staat het natuurpark Yala nu op het programma. Om 6.00 uur staat de chauffeur klaar en wij dus ook. Wat ik heb er zin in vandaag. Vandaag staat op de agenda ‘Leuk vinden wat je doet”. Na wat afstemming stap ik met mijn reisgenoten in een open Jeep en trekken we naar het national park Yala. Dit is het grootste aaneengesloten natuurgebied in Sri Lanka en er zijn diverse soorten wild.
Al vrij snel zien we vele verschillende soorten vogels en Jos heeft er veel verstand van. Hij heeft inmiddels een boekje gekocht met als titel ‘Sri Lanka, Birds’, dus ze staan er allemaal in. Ook Andrea is een welkome aanvulling als gids want zij kan engelse dieren namen vertalen naar Nederlandse. En daarmee kan ik te weten komen wat ik allemaal zie. Naast heel veel vogels, die graag op een nootje of vruchtje bijten, zien we ook dieren die liever een lekker stukje vlees willen. Zoals krokodillen en jakhalzen. Het is dus begrijpelijk waarom we de Jeep niet mogen verlaten. Als het misgaat is het blijkbaar de bedoeling dat ‘vol-gas’ de oplossing is.
Wat dieper in het park wacht ons een aangename verrassing, een olifant. Meestal is het lastig om in de ochtend een olifant te vinden maar we hebben geluk. Ik vind het dus leuk wat ik doe! Op zijn gemak zie ik een olifant een boom oppuzzelen en even later trekt deze duidelijk mannelijke olifant over de weg. Het is een erg mooi shotje geworden op mijn videocamera. Zo langzamerhand krijgen de bandjes van de camera voor mij meer waarde dan de camera zelf. Gelukkig geldt dat ook voor mijn reisgenoten dus zij beginnen mee te denken over de veiligheid daarvan. Als we ergens uitstappen vragen ze regelmatig of ik de camera heb! Wouter wil de shot van de olifant op zijn internet weblog zetten, dus als ik thuiskom zal ik eens uitzoeken hoe dat moet. Iets in Windows Media Player formaat o.i.d.
Na de olifant is het tijd voor de jakhalzen, ook mooie dieren. Ik zie er verschillende over de vlakte van het Yala park lopen. Een stop wordt gemaakt aan de kust en daar zijn de gevolgen van de Tsunami goed zichtbaar. De resten van wat eens een klein dorpje was liggen er nog en er is een monument opgericht voor de slachtoffers die vielen in het Yala park. Zowel in het park als in het voormalige Yala Safari Beach hotel. Een hotel waar ik in 1984 was geweest en waar nu niets meer van over is (Tsunami). De (Japanse) toeristen die daar waren zijn niet meer. Uiteindelijk kom ik aan de grenzen van het Block 1 van het Yala park en zie een snelstromende rivier. Hier eindigt de weg en Block 2 is niet voor auto’s toegankelijk, ook niet voor terreinwagens. Als ik het goed begrijp is er namelijk geen enkele weg, dus waarschijnlijk moet je er eerst één kappen.
Daar aan de grenzen van het Block 1 van het park zijn de wegen overigens ook minder van kwaliteit. We hebben een echte Jeep-safari. De modder vliegt om de oren en we crossen door het terrein. Soms heeft de chauffeur het erg moeilijk en staat de jeep bijna vast. Gelukkig krijgt hij de jeep altijd weer op gang en kunnen we verder. Je moet er toch niet aan denken dat de ANWB moet langskomen. Dat zou wel erg lang gaan duren. De echte grote plassen en moddervelden worden alleen genomen als er een andere jeep in de omgeving is, zodat hulp niet te ver weg is. Mijn GSM werkt hier niet, dus er zijn geen belmogelijkheden op deze plek in de wereld.
En zo rond 10.30 uur komen we aan het einde van dit deel van het avontuur, het was leuk. Inmiddels te laat voor het ontbijt, maar gelukkig wordt er nog wat geregeld. Dat mag ook wel voor het bedrag dat we daar moet betalen US $ 152,- per 2 personen.

Vervolgens gaan we verder met de gehuurde auto met Srilal als chauffeur. In een zeer rustig tempo rijdt hij de hele kustweg af en gaan we via Hambentota en Tangalle naar Dondra. Dondra is het meeste zuidelijke plekje van Sri Lanka en onze VOC voorouders hebben er een toren gebouwd. Natuurlijk met een lichtje erop zodat schepen de zuidpunt kunnen nemen op weg naar de straat van Malakka. En dat is nog steeds zo en ik zie in de verte een groot zeeschip. Met chinese spullen? Of een lege olietanker? Of met de zeecontainer met de spullen van Wouter en Andrea? Het laatste waarschijnlijk niet want die spullen moet naar Australië en dit schip komt er eerder vandaag. Overigens is dit zuidpuntje een erg mooi tropisch plekje op aarde. Alleen de bounty ontbreekt nog.

Inmiddels zijn we bijna op de bouwplaats die in 1983/1984 mijn werkplek was. En binnen 10 minuten staan we aan de poort. Ik kan niet tot morgen wachten om een foto te nemen. Morgen ga ik verder kijken, maar nu wil ik een eerste shot. Gelukt! En het gebouwtje bij de ingang staat nog recht. Dan is het rechtzetten ruiim 20 jaar geleden met speciale vijzels uit Singapore goed gelukt en is de ringfundering op zand een staaltje Hollands vernuft. Iets waar overigens niet aan gerekend is maar gewoon op de ‘gok’ is gedaan.

In Matara zie ik diverse bekende maar ook onbekende beelden. Mijn geheugen wordt gematcht met de huidige werkelijkheid en er blijken verschillen. Soms laat mijn geheugen me in de steek, soms is het gewoon anders geworden. Zo is er een nieuw busstation en is alle reclame anders. De tijd heeft niet stil gestaan. Toch zijn er ook nog verschillende herkenningspunten en de poort uit de VOC tijd is er nog steeds. Morgen gaan we verder kijken in en rond Matara.

We maken nog een koffie/cola stop bij Missera, net ten zuiden van Matara. En vervolgens op naar Unawatuna Beach Resort. Aan het einde van de middag komen we aan en na het inchecken ga ik snel naar de zee. Ik wil graag opnieuw in de Indische Oceaan zwemmen en het is opnieuw een geweldig ervaring. Heerlijk warm water met een lekkere deining. Daarna nog even in het zwembad en tot slot het buffet restaurant. De avond wordt afgesloten met een voorstelling van Jos. In het restaurant verzorgt hij een zangoptreden en hij kan het goed. Moe en voldaan sluit ik de dag af zoals alle dagen. In bed!

maandag 23 oktober 2006

Gods schepping, De natuur is Gods kunst

Vandaag vertrekken we uit Nuwara Eliya en dus is het de laatste keer dat ik wakker wordt in het huisje van Wouter en Andrea. Het houtenharde bed bezorgt me dit keer een onrustige nacht. Blijkbaar ben ik in normale doen gekomen en word ik niet meer geveld door vermoeidheid. Ruim voor de wekker om 6.30 uur afloopt sta ik naast mijn bed en pak mijn spullen in. Alles moet mee en ik moet niets vergeten. Want ik kom hier niet meer terug en Wouter en Andrea gaan na terugkomst door naar Australië. En het is dus maar de vraag of en wanneer ik die weer zie... Bij het ontbijtje heeft Jos een eitje gekookt. Maar bij het opensnijden ziet de blubberige massa er niet echt eetbaar uit. Dus ik kieper de zaak maar weg.
Rond 8.00 uur pak ik de koffer en mijn tas en loop de steile heuvel af. Mijn koffer rolt makkelijk achter mij aan. Beneden aangekomen staat onze chauffeur SriLal klaar. Hij gaat ons de volgende dagen rijden. Alles past in de auto en ik mag voorin zitten. Het wordt een prachtige autoreis en onze eerste stop wordt de tempel bij Dave Cave. Hier is een oude stopplaats van Sri en ik bezichtig de tempel. Het blijkt een zeer oude tempel waarbij de eerste stenen bijna 2000 jaar geleden zijn gelegd. En er zijn toen prachtige schilderen van het leven en de verhalen van Boeddha gemaakt. In de tempel zijn twee liggende Boeddha’s en buiten staat een hele grote staande Boeddha. Deze is uit de rotsen gehakt en heeft daarom weinig kleur.

Na mijn tempelbezoek is de volgende stap in Ella. Hier is een prachtig uitzicht vanuit Ella Resthouse op de vallei, waarbij je bijna naar de Indische Oceaan kunt kijken. Het schijnt dat je zelfs de vuurtoren van Dondra (150 km) daar ’s nachts kan zien. Het is een mooi uitzicht en de plek komt me bekend voor. Bijna 23 jaar geleden in 1983 heb ik op hetzelfde terras koffie gedronken. Alleen toen ik 9 maanden later in Nederland de dia’s heb verwerkt, wist ik niet meer waar de dia precies was genomen. 's Avonds in het hotel check ik de beelden en het blijkt te kloppen. Het hek was toen alleen wit ipv grijs, maar verder is alles bijna hetzelfde. We trekken na een heerlijk bakje prut (ook wel koffie genoemd) verder. En het eerste wat we bereiken is een waterval. Het is een hele grote, hoge waterval. We worden door de gids gewaarschuwd voor stenen verkopers. Ik ben nog niet uitgestapt of ik begrijp waar hij het over had. Niet aanpakken, want het wordt gegeven als cadeau, maar daarna willen ze wel rupies. Dus het zijn ‘geldwolven”. Ik negeer deze wolven en laat mij inspireren door het water. En dat lukt!
Na het water trekken we verder naar het zuiden. Het weer wordt er niet beter op en na wat road-blocks en militairen op de weg bereiken we Tissamaraharama. Een oud dorpje vrij ver in het zuiden. Daar bezoeken we een zeer oude tempel (Yatela Wehera) met een grote dagoba. Het is een hele grote, volgens de boekjes wel 50 meter, volgens mij maar 12 meter. De reden van dit verschil moet ik nog eens zien uit te vinden. In ieder geval vind ik beide erg groot.

Na de Dagobe is de volgende stop een lunchcafé, ook wel Tisse Inn genoemd. Ik blijk aanvankelijk de enig gast (met mijn reisgenoten) voor dit rustige restaurant. En ik bestel wat ik graag wil eten. Het is champignonsoep met omelet. En na 45 minuten wachten komt het. Het is warm en prima te eten en met een volle maag trek ik verder.

De weg wordt steeds stiller en we komen aan bij het Yala Beach Safari Hotel. Het is een zeer decadent EcoHotel en we worden met alle egards ontvangen. Mijn naam staat op de welkomstlijst, de koffers worden voor ons uit de auto getild en de bediening komt aangesneld met een welkomstdrankje. Uiteraard nadat ik bij de poort van het ressort mijn handen heb mogen reinigen met een warme towel. Na het inboeken worden de koffers naar mijn appartement gebracht en wacht een geweldig mooie kamer. Alles wat je in een luxe hotelkamer verwacht is er. Ook terwijl ik daar in de middle of nowhere ben. Prima toch. Dus de zwembroek aan en een duik in het zwembad, ik zit tenslotte in de tropen. Samen met mijn reisgenoten moet ik het grote zwembad delen, en ik kan ze terugvinden in het bad. Daarna een drankje in de poolbar en tenslotte een buffet als diner op de verdieping, met uitzicht over de savanne. Uitzicht: als het licht zou zijn dan. Wat wel hoorbaar en plaatselijk voelbaar is, is de regen. Het giet, nee de emmers worden werkelijk boven ons leeggegoten. En dus denk ik, alles wat nu valt is morgen niet meer boven mij.
Rond 22.00 uur is het tijd om naar bed te gaan. Omdat er olifantengevaar is en de appartementen alleen via een wandeling buiten bereikbaar zijn is er hulp nodig. En die is gelukkig beschikbaar daar in het Yala Beach Safari Hotel. Met een busje naar mijn ‘hutje’ en dan lekker rusten? Nee, daar start het avontuur van vandaag pas. Olifanten op de stoep. Werkelijk vlak voor onze appartementen staan twee olifanten. En ik ben ruim een uur me aan het verwonderen over wat dat voor beesten zijn. En dus te genieten van de spreuk van de dag à Gods schepping.

Hoewel, deze grote beesten ook druk zijn met het verwoesten van de tuin. Ik begrijp later dat ze bezig zijn 200 kg struiken op te eten. En de volgende dag zie ik hoeveel dat is. De schade die olifanten kunnen aanrichten is me daarmee helemaal duidelijk en ik ben weer een ervaring rijker.
Moe en voldaan ga ik vervolgens slapen. Met een zoemende airco op de achtergrond.

zondag 22 oktober 2006

Gods werk in Nuwara Eliya

Vandaag ben ik wakker voordat de wekker afloopt. En het belooft weer een mooie dag te worden, de zon lacht me tegemoet. Wassen, aankleden, ontbijten (met koffie) en ik ben klaar voor vertrek. Een gezonde ochtendwandeling naar de churchstreet in Nuwara Eliya brengt me langs de verschillende mogelijkheden. De Methodisten, Katholieken en een Evangelische gemeente zijn de mogelijkheden in deze kerk-straat in het Verre Oosten. We hebben de voorkeur voor een Engelstalige gemeente en ik ga samen met mijn reisgenoten naar de evangelische dienst. De band speelt een vrolijke toon en we worden van harte welkom geheten door een ‘lid van de oudsten' ? Vervolgens komen we in gesprek met de voorganger van deze ochtend en dat blijkt een Maleisische voorganger te zijn. Een man die de wereld redelijk kent en ook in Nederland is geweest (Den Haag). We spreken voor de dienst met hem en wisselen wat gedachten.
Om 8.30 uur, de begintijd van de kerkdienst zaten we klaar, maar de anderen nog niet. Eigenlijk zaten we alleen met ons ‘vieren’ klaar en moet de rest gewoon nog komen. Langzamerhand komt de rest van de gemeente binnen en zo rond 8.45 uur begint de band. Het zijn bekende opwekkingsliederen en ik kan prima meezingen. Het blijkt een ‘echte’ evangelische dienst te zijn en de start van de dienst is een volwaardige lofprijzing voor onze HERE. Gebed en lofprijzing gaan hand in hand. Het woord van God gaat vanochtend over Gods Tsunami. De voorganger vertelt over het werk van God met deze wereld, waarin de verspreiding van het verlossend werk van Jezus centraal staat. Hij vertelt over de naar het westen gerichte tsunami die hij ziet. Vanuit Jeruzalem via Turkije, (niet naar het oosten of noorden) maar Italië naar West Europa. En vandaar naar de VS en vervolgens verder naar Korea, China en verder. En nu steeds verder, waaronder Maleisië en Sri Lanka, en vervolgens naar Jeruzalem om daar de wereld te omspannen. Tot de wederkomst. De voorganger legt dit uit als Gods Tsunami. Tot slot is er een kort dankwoord van de zangleidster. Na afloop ga ik naar de dienst in de bovengelegen grote zaal en maak ik de lofprijzing in het Sinhalees mee. Een grote groep mensen gaat daar echt volledig uit hun dak voor Jezus. Geweldig om dat mee te maken in dit land. God is inderdaad hier aan het werk. Na afloop praat ik met mijn reisgenoten door over Gods werk en vragen die bij mij zijn blijven hangen. We zien inderdaad Gods werk en ik zie dat het mogelijk is om ook met andere ogen naar de wereldgeschiedenis te kijken. Maar of het een westelijke storm is vraag ik me nog wel af? Ik zie wel steeds meer verbindingen tussen de vele verschillende christenen en zie ook diverse ‘opwekkingen’ in de wereld waar grote groepen mensen tot geloof komen.

Uit de kerk wandelen we Nuwara Eliya in en we bezoeken de markt. Ik zie veel groenten en vruchten en ik probeer zo hier en daar wat. Sommige blijken lekker maar andere zijn ‘smerig’. Iedereen is aardig en behulpzaam en proeven blijkt in dit land nog steeds gratis te kunnen. En dat terwijl ik als westerling eigenlijk een ‘lopende gevulde geldbuidel’ ben. De ochtend sluiten we op de veranda af met koffie en een pak koekjes. Deze komt op, maar dit keer ontbreekt de port, die ik overigens niet echt mis. Ik vermaak me prima en maak veel leuke dingen mee. Ook deze ochtend was weer een boeiende ochtend.


Na de lunch (met een gebakken eitje) gaan we naar de botanische tuin (Hakgala), 10 km buiten de stad Nuwara Eliya. Een taxibus brengtons daarheen en de kosten bedragen 1500 rupies. Hiervoor hebben we de heenreis, de terugreis en de wachttijd. De chauffeur blijft wachten tot we uitgekeken zijn en brengt ons dan terug. Tijd is nagenoeg gratis, dus de rit daar gaat het om. En dan is dit een geweldige opdracht, net zo iets als een adviesopdracht die je weer een dag brood oplevert. Dus ook iets van 1500, maar dan euro’s.
Als ik bij de tuin aankom regent het. Dit geeft een geweldige mistige sfeer en ik zie wat apen in de mist. En gelukkig wordt het vrij snel droog en kunnen we verder genieten van de tuin. De botanische tuin heeft veel onderdelen zoals een rozentuin, varentuin, oude theetuin, arboretum, rotstuin, etc. Het is mooi groen en er zijn erg veel bloemen met veel verschillende kleuren. Gods schepping is toch werkelijk prachtig, wie heeft dat zo kunnen bedenken.
Op de terugreis bezoeken we nog een hindoetempel. Een tempel die gemaakt is voor een prinses en op sokken kan ik erin. Ik zie wat beelden en vraag me af waar dit geloof over gaat. Er is in ieder geval weinig ruimte voor ontmoeting en het lijkt me (af)goden/beeldendienst.


Zodra ik terug ik Nuwara Eliya ben bezoek ik een internetcafé. Hoewel het woord 'café' niet op z’n plaats is, want koffie is er niet. Wel is er een computer met (een langzame) internetverbinding. Maar het werkt prima, dus ik kan met het thuisfront mailen en wat van me laten horen. Ik verwacht wel dat ze dat leuk vinden. Ook stuur ik mijn dagboekverslag van gisteren en er wordt gevraagd om een foto van mij. Mazzel, in wat ik verstuurde zat een foto van mij in de Pizzahut in Kandy. Ik zal eens kijken of ik vandaag een andere foto uit de collectie van Jos kan opnemen.

zaterdag 21 oktober 2006

Kandy, ‘De tempel van de tand’

De wekker loopt erg vroeg af. Om 5.30 uur blijkt dat het mij is gelukt de wekker juist af te stellen. Piepierde piep piep piep. Het is tijd om op te staan, want …… het wordt licht. En ik wil opnieuw de volle dag benutten. Vlug de kleren aan, de tanden poetsen (met flessenwater want anders …… kun je ziek worden) en een ontbijtje. De belegkeuze is nog steeds hetzelfde pasta, pindakaas of jam. Genoeg voor mij, want gezien mij dieet mag ik toch maar twee boterhammen. En natuurlijk niet te vergeten de koffie, anders wordt ik niet echt wakker.

Om half zeven vertrekken we te voet naar het busstation. We nemen de speciale bus oftewel de Sri Lankeese Interliner, en dus de luxe met airco. Dat betekent, gewoon in de juiste bus gaan zitten. En als de bus vol is vertrek hij. En gelukkig duurt dat niet te lang. De ruim 30 mensen die daarvoor nodig zijn verzamelen zich in circa 20 minuten. En vervolgens rijden maar. En onderweg alles oppikken wat er nog toegevoegd kan worden aan de bus. En dat zijn er heel wat, want naast de zitplaatsen zijn er natuurlijk veel staan- en hangplaatsen. De totale capaciteit wordt zo maximaal benut. Na een rit van ruim 2,5 uur, door theeplantages, bergen, watervallen en palmen dalen we af van bijna 1800 meter boven peil tot 400 meter boven peil, de hoogte waar Kandy ligt.

Nadat we zijn aangekomen nemen we de benenwagen naar de tempel van de tand. Deze tempel is enkele jaren geleden getroffen door een zware aanslag en de gevolgen kan ik zien. Niet dat er beschadigingen zijn, maar de bewaking/beveiliging is behoorlijk aanwezig. Ik ga twee keer door de scan en daarmee wordt zeker gesteld dat ik geen wapens of andere explosieven bij me heb. Ook zijn mijn schoenen gevaarlijk (vanuit religie) dus die geef ik af. Op een plaats die speciaal voor westerlingen is, dus vlak voor de ingang. De lokale mensen hebben dan al lang hun sloffen uit.
In de tempel nemen we een gids. En in een rap tempo worden we door de tempel geleid. En het is opnieuw een prachtige beleving. De sfeer is iets anders dan 23 jaar geleden, toen waren er tempeldansers en muziek en was het heel druk. Nu is het minder druk en kan ik veel, toch nog voldoende, rustig bekijken. Ik zie opnieuw weer gouden boeddha’s en dit keer ook een kristallen boeddha en één in een hologram. Het schijnen hele bijzondere zijn, en omdat boeddha nu mee beweegt zijn er misschien meer mensen die in boeddha geloven?? Er werd veel geofferd. Vooral het tuincentrum moet gelukkig zijn met het boeddhisme. Allemaal bloemen die naar de knoppen worden gegooid, het zal wel ergens voor dienen. Als ik de tempel uitloop kom ik het beest tegen. De tempel olifant! En buiten de tempel nog één, deze wordt netjes geparkeerd. Op video heb ik daar een heel mooi shotje van gemaakt.

Na vele uurtjes reizen hebben we honger. En zoals westerlingen wel vaker verloopt belanden we in de PizzaHut. Voor mij wordt het een panpizza chicken Tandori. Het smaakt heerlijk en de cola blust voldoende!
Vervolgens staat een wandeling door Kandy op het programma. Langs het meer met vissen, schildpadden, vogels en geen krokodillen. Die staan vooralsnog alleen als versteende beelden hier. En door de winkelstaat, met piepkleine winkels die van alles verkopen. Hoe kleiner de winkel, hoe meer ze lijken te verkopen. Hoewel het meer voor mij vaak als rommel overkomt. 2e hands zakjes, oude camera’s waar nog rolletjes in moeten. En natuurlijk de tentjes met hapjes. Vaak ziet het er lekker uit, maar soms.... Dan is het onduidelijk of je cake of vlieg koopt!

Zo rond half vier willen we terug naar Nuwara Eliya, dus op zoek naar het busstation. En nog specifieker naar de juiste bus. Wat zoeken levert resultaat op en wij zijn de eersten. Dus dat wordt wachten …. , want het vertrek is pas als de bus vol is. Na ¾ uur wachten is de bus nog niet vol en vertrekt toch. Het is volstrekt onduidelijk waarom, maar toch ….. Gelukkig komt de bus snel vol en komt de bus ook overvol. Als de plaatsen op zijn kan er gerust nog iemand bij. En het hobbelen duurt dit keer lang. Het is al lang donker als we in Nuwara Eliya arriveren. Een bezoekje aan het internetcafé rond de dag af. Een berichtje naar de familie dat we veilig zijn en daarna een rustige avond thuis. Koffie, een plaatselijk heet tot zeer heet hapje en koffie.

vrijdag 20 oktober 2006

Nuwara Eliya: Beslaat je plan een jaar, plant rijst. Beslaat je plan 10 jaar plant bomen. Beslaat je plan een leven, onderwijs kinderen.

Het is 5.45 uur en het wordt licht en ik word daarom wakker. Om 6.00 uur ben ik zover dat ik opsta. Wassen is deze morgen niet mogelijk, er is geen waterdruk. En dat blijft bijna de hele dag zo. De rest van het reisgezelschap ligt nog te pitten dus ik besluit alleen op stap te gaan. De lift van een aardige buurman sla ik af, je weet tenslotte nooit waar dat zal eindigen. De benenwagen kan me voor deze ochtend vergenoeg brengen. Ik start een hele mooie en gezonde ochtend wandeling en loop gewoon de weg af. Ik zie het prachtige dorp Nuwara Eliya en heb achtergrond muziek. De hindie-tempel roept op tot gebed? In ieder geval brengt het mij in lokale sferen. Ik zie veel groentetuintjes en begrijp nu waarom dit gebied de groentetuin van Sri Lanka wordt genoemd. Werkelijk op ieder stukje grond wordt iets gekweekt, iets als bietjes, worteltjes, bonen, aardappels, prei, etc. Veel groenten die ik ken en die vooral door de engelse kolonialen hier gebracht zijn. Ook zie ik mooie watervallen met mogelijk het gisteravond gevallen water dat verder naar beneden komt. En de groentetuin voedt met water. Ja, om groen te worden is er water nodig!

Op het verste punt van mijn wandeling wordt ik aangesproken door een jongeman. Hij neemt mij op sleeptouw mee naar de boys-agro-school. Een aantal franse broeders blijkt hier goed werk te hebben gedaan. Zij hebben een jongensschool a-la-van-der-Valk gemaakt. Oftewel het systeem van vroeg opstaan en aan het werk, waarna de jongens wat leren. Of ….. kinderarbeid verrichten. Het verschil ligt waarschijnlijk dicht bij elkaar. In ieder geval maken de jongens de stallen schoon, vangen ze de kippen voor de markt, melken ze de koeien, fokken honden en konijnen, etc. En de kippen voor de markt, kun je in dozen proppen. Er kunnen heel wat kippen in een doosje en ’s middags zie ik ze op de markt te koop. Ik weet niet of ik zin heb in deze kip? En natuurlijk zoals het goede ‘broeders’ betaamd met een mooie kapel. Het was een prima rondleiding en de slottekst om de muur maakt opnieuw veel duidelijke ‘Deeds no Words’. Geen woorden maar daden. Oftewel klussen en gelijk leren. Leer-werk-trajecten.
Om kwart over zeven kom ik terug bij de villa van Wouter en Andrea en geniet ik van een heerlijk ontbijt. Een lekker kopje koffie en een broodje. En zo heb ik mijn koffieshot voor vandaag ook weer binnen aan het begin van deze dag.

Daarna start het hoofdonderdeel van vandaag. Ik ga de John Knox school bezoeken. Met Andrea en Jos loop ik naar de school, het is een kwestie van afdalen naar het dal. In minder dan 10 minuten lopen we naar de school en krijgen we een rondleiding. Het is vooral ‘good-morning’ wat ik zeg.
En bijna iedereen begrijpt dat. Alle kinderen willen ook een hand, dus ik ben wel even bezig. En mooie kleren dat de kinderen aan hebben. Bijna alle kinderen zijn strak-in-pak. Het ‘reglement kleding code van AAG’ lijkt wel van toepassing. Alleen misschien wat vaker het pak wassen?
Voor de les is als eerste het onderdeel ‘Assemblee’ op het programma. Met alle kinderen die christen zijn of waarvan de ouders willen dat ze uit de bijbel horen start het programma. Met Prabath als directeur voor de groep. Er zijn ook ouders waarvan de kinderen niet mogen meedoen. Maarja, misschien willen de kinderen wel meedoen. En daarom is er een tribune met tralies. En daar mogen die kinderen wel staan en zij doen gewoon graag mee.
Verder ga ik rond door de school en zie verschillende leraren aan het werk. En ook Jos komt direct voor de klas. Voor de niet christelijke kinderen geeft hij het vak ‘morality’. Een goed boek met een goed verhaal maakt het voor hem mogelijk om snel het vak op te pakken. Ook heb ik een uitgebreid gesprek met Prabath, de directeur van de school. Hij vertelt dat het erg moeilijk is (christelijke) leraren te vinden. Enkele komen nu uit Colombo en moeten 5 uur reizen om te komen. Gelukkig reizen ze niet dagelijks heen en weer, maar overnachten ze in Nuwara Eliya. En dus zijn ze alleen het weekend thuis, of juist door de week op school? Het is maar hoe je het wilt bekijken!
Na de school staat de lokale markt op het programma. Geweldig wat een sfeer. Alles krioelt, zowel met mensen, als met parasieten, bacteriën, vliegen en van alles wat je waarschijnlijk niet ziet maar wel vermoedt. We drinken een ‘king-kokosnoot’ en krijgen er zelfs een rietje bij. Heerlijk, mijn dorst wordt gelest. Een bezoek aan het postkantoor maakt de inkopen van die dag compleet, Jos koopt ansichtkaarten en postzegels. Ik ben benieuwd hoe lang het duurt voor de kaarten Nederland bereiken, waarschijnlijk kunnen ze beter op het postkantoor op Schiphol worden gepost.

Voor de middag staat een theeplantage op het programma. Helaas is een groot deel van de fabriek leeg. De hindie hebben weer eens feest en dus draait de fabriek niet. Maar uitleg is er gelukkig wel en we leren hoe thee gemaakt wordt. En welke soorten er zijn en natuurlijk ga ik thee proeven. Gelukkig zonder suiker dus ik kan de thee echt proeven en ik vind het ook nog best lekker.

We nemen de tuk-tuk terug en met wat getoeter komen we weer heel terug in Nuwara Eliya. Ik bezoek nog diverse winkels, de markt, ik snoep nog wat en koop ……. (een eerste sinhalese souvenir). In het restaurant Mipale versterk ik mijn maag. Kip, ananas met rijst. Het lijkt me een prima gerecht om gewoon te verteren en zonder darmproblemen in ‘niet – te – vloeibare’ vormen. Dit lijkt te lukken, want zowel maag als darmen protesteren niet.

Thuisgekomen bekijk ik de video beelden nog eens. Vooral die van de school zijn erg leuk. De aanschaf van een apparaat met bewegende beelden maakt de herinnering niet alleen zichtbaar maar ook hoorbaar.

donderdag 19 oktober 2006

Aankomst: Weten dat je op het goede spoor zit, is niet voldoende. Je moet ook zorgen dat je de goede kant op gaat

Rond 4.00 uur wordt ik gewekt. Het is tijd voor een ontbijtje. Oftewel een gekoeld verrassingspakket van Martinair met een broodje kaas en nog meer eten. Ik heb ervoor betaald dus ik eet het op. En als de stewardess langs komt met koffie dan neem ik dat. En als ze met thee langskomt dan neem ik dat ook. En als ze voor de 2e keer met koffie langskomt neem ik dat ook maar weer. En helaas, dan trek ik het niet meer, bij de 2e kop thee heb ik een koffieprobleem. En zo komt er een einde aan mijn ontbijt.

Zo rond 5.35 uur landen we in Colombo. Na 23 jaar kom ik weer met twee benen op Sri Lankaanse bodem. Er blijkt wel wat veranderd. Het vliegveld is voor een groot deel vernieuwd en we lopen over marmeren vloeren. Je kunt er van alles kopen, niet alleen drank en sigaretten, maar ook koelkasten, drogers, stereo's etc. Waarschijnlijk belastingvrij?
We passeren de douane en krijgen een visum. Opnieuw geen vragen over boetes, dus blijkbaar alles ruim 20 jaar geleden betaald! En zo lopen we even later met tas Sri Lanka in. Het eerste wat we doen is geld wisselen. Dit blijkt zeer eenvoudig want de diverse bankemployees van de verschillende banken schreeuwen om je gunst. Iedereen wil wisselen. We worden rijk van het wisselen en krijgen ruim 50.000 rupies... wat een rijkdom!

De eerste 2.000 roepies besteden we aan een taxi. Op naar Fort Station in Colombo, een tochtje van circa 30 minuten. Onderweg stuur ik een SMS naar Wouter, eens kijken of hij wakker is geworden. Ja hoor, ik krijg antwoord en ik begrijp CU AT FORT STATION. Dat gaat goed, we zullen hem vinden. En inderdaad om 7.30 uur ontmoeten we elkaar in het centrum van Colombo, en dat zonder verder bellen. Met wat ondersteuning van Google earth dat duidelijk maakt dat deze afspraak geen probleem kon zijn!
Om 9.30 uur vertrekt onze trein en Jos wil wat kaartjes sturen. We proberen een postkantoor te vinden en kaartjes te kopen, maar helaas … Dat lukt niet. Het postkantoor dat op de kaart stond bestaat niet (meer). En dus keren we na 30 minuten onverrichter zaken terug op het railway station. We besluiten naar binnen te gaan en daar de trein af te wachten. Ik wacht, samen met mijn reisgenoten op een heerlijk bankje. Ik praat wat en bekijk de vele mensen die langslopen. We vallen op als blanken en het zijn de bruinen die nu niet opvallen. De rollen zijn omgedraaid, hoewel …… In dit land wil niemand bruin worden maar juist blank, dus blijkbaar is er meer dan de meerderheid vormen ….
Rond 9.15 uur komt er een trein op perron 3 en het blijkt de juiste trein. Wouter heeft voor ons een kaartje 1e klas geregeld, dus het belooft een goede treinreis te worden. Het klopt, ik heb zelfs stoelnummer 1, helemaal achterin de observer-coupé, Met airco in de vorm van ventilatoren, lekker wind rondom.
Vervolgens maken we een echt geweldige treinreis. Nog nooit heb ik zo'n mooie treinreis gemaakt. Veel prachtige vergezichten over rijstvelden, palmbomen, bergen, theeplantages, etc. etc. Ik kan lekker uit de trein hangen en heel mooi naar voren en achter kijken. Het is een hele mooie treinreis. En rond 15.45 uur arriveren wij in Nanu Oya. Wouter regelt een taxi en onderweg zien we nog wat apen. Het weer is omgeslagen en het regent pijpenstelen, net als in Nederland. Maar hopen dat het de komende dagen beter wordt.
Ruim voor het diner zijn we bij Wouter en Andrea in hun huisje in Nuwary Eliya. Een hele mooie plek en we wisselen wat ervaringen uit.

woensdag 18 oktober 2006

Een reis van 1000 mijl begin met een eerste stap

Na een prima nachtrust is het zover. Het bed waar ik vannacht zo goed in geslapen heb laat ik voorlopig over aan het alleenrecht van Betty. Diverse totaal verschillende slaapplekken zullen volgen. Waarschijnlijk wordt het vanavond meer hangen dan liggen. Ik ga me eerst lekker douchen en de laatste spullen klaarleggen. Ook heb ik de fiets van Bob nog even gemaakt, een vader wil toch zijn kinderen veiligheid geven. En als de rem en het achterlicht stuk zijn, zijn er wel wat veiligheidsproblemen. Maar gelukkig, rond 10.30 uur heb ik deze problemen opgelost. Ook heb ik nog twee volkoren broden gekocht voor Wouter en Andrea, deze blijken in Nuwera Eliya niet leverbaar.
De koffer past in de Corsa en om 11.25 uur vertrekken wij van de Kievitshof in Elst. Om 11.30 uur zijn we al weer terug, wat vergeten ….. De bandjes van de camcorder vergeten en die zijn echt belangrijk om opnames te kunnen maken. Gelukkig heb ik toch nog ‘tijdig’ hieraan gedacht en het probleem opgelost.
De reis naar Schiphol verloopt soepel. Helemaal zonder file en in één ruk door komen we rond 12.50 uur op het vliegveld aan. We parkeren de auto in P1 (en ik hoop dat de achterblijvers niet vergeten – ophaalbrug – 55. Want anders wordt het echt zoeken …..)
Het inchecken verloopt snel, geen enkele wachtrij. Zouden we de enige zijn die na Sri Lanka gaan... Nou, nee het vliegtuig zit nagenoeg vol. Maar er vliegen ook heel wat passagiers door naar Male (Maladiven) en die komen dus alleen voor strand, palmen en het hotel. Want meer is daar volgens mij niet te beleven.
We nemen op het platform een laatste check met de hele familie en zien het vliegtuig staan op D2. Het staat vlak vooraan en ze zijn met de motor aan het sleutelen. Maar hopen dat het goed komt. En het kwam goed want we zijn veilig op Colombo aangekomen.
Na een laatste kopje koffie nemen we afscheid van de familie, snik, snik, snik. En lopen we naar de douane. Helaas de verkeerde kant op en enige minuten later staan we bijna weer bij de achterblijvers. Toch maar de andere kant op en door de douane. We blijken geen uitstaande boetes te hebben en kunnen doorgaan zonder te betalen.
Het vinden van pier D2 kost weinig moeite. We mogen onze zakken leggen. De broekriem afdoen en alle muntjes afgeven. Oftewel je moet er iets voor doen om door de security-check te komen. Het lukt, en we krijgen alles wat we afgegeven hebben terug. Dan nog een controle op identiteit (komt de boardingkaart overeen met het paspoort) en dan hebben we alle controles gehad. We mogen wachten, iets wat we vast de komende week vaker gaan meemaken. Rond 15.00 uur mogen we het toestel (Martinair Boeing 767-300) in. En we zien de uitzwaaiers staan. We beantwoorden de zwaaibeweging met de bekende zwaaibeweging en lopen verder. Op zoek naar onze stoelnummer 12H en 12G. En dat blijkt niet moeilijk, de stewardessen helpen ons voortreffelijk. We nestelen ons in de comfort klasse. Geweldig, wat een beenruimte, 10% meer van bijna niets is nog steeds bijna niets. Maar ja, het is wel wat, en dat kan de moeite waard zijn. We krijgen een kussentje en een rood haardoekje op de stoel. De reis kan wat ons betreft beginnen. Helaas moeten we nog even wachten, één van de stewardessen is door de rug gegaan bij het instappen van het vliegtuig. En dus wordt de reserve stewardess opgetrommeld, zo in de categorie van je moet nu (dus binnen 10 minuten) komen en je vliegt naar Sri Lanka. Zaterdag kom je weer terug. Het zal je beroep maar zijn, ieder zo haar vak zeg ik maar. En omdat het meer dan 10 minuten duurt en Schiphol groot is krijgen we hierdoor een vertraging van circa 30 minuten.
Maar alles is onder controle, we vertrekken, stijgen op en zitten snel boven de wolken. De wijn komt langs en de kip wordt geslacht. Nasi met kip en een ander goedje toe. Het doet me goed om wat te eten.
We discussiëren nog wat over de tijd, is het nu 3,5 of 4 uur later in Colombo en moeten we gaan slapen in Nederlandse tijd of Sri Lanka time? Het doet er ook niet toe, als de lampjes doven gaan we proberen een uiltje te knappen. En dat lukt niet erg goed. We vliegen via de Zwarte Zee, Irak (Bagdad, Basra) naar de Perzische golf. We worden nog wakker gehouden door de lampjes van Koeweit Stad en Dubai en ik vind dat heel mooi! En we zoemen daarna verder in Zuid Oostelijke richting. Op naar die parel in de Indische oceaan.

dinsdag 17 oktober 2006

Sri Lanka, (dag –1)

Het is bijna zover, morgen vertrekt mijn vliegtuig. Meer dan 20 jaar geleden heb ik in Sri Lanka voor Ballast Nedam gewerkt en nu ga ik terug. Ik ben reuze benieuwd hoe het daar nu is. Mijn nieuwsgierigheid naar de huidige situatie en de aanwezigheid in Sri Lanka van mijn vrienden (Wouter en Andrea Genuit) maakte het wel erg aantrekkelijk om eens te gaan kijken. En dat ga ik nu maar doen. Aanvankelijk kon ik niemand vinden die mee kon gaan. Geld en tijd bleken voor velen een belemmering. Maar nadat ik geboekt had bleek er toch iemand belangstelling te hebben. Jos Specken was ook erg nieuwsgierig en had de mogelijkheid om mee te gaan. En er was nog een plaatsje vrij in de Boeing van Martinair! Dus geboekt en morgen gaan we samen op stap. Ik heb er erg veel zin in.
De spullen staan inmiddels grotendeels gepakt. De koffer is niet vol, maar de laptop moet er nog in. En dat kan pas nadat dit getypt is. En dan slapen en de tandborstel inpakken. Misschien nog wat bruin brood mee, dat schijnt zeldzaam te zijn op Sri Lanka. Van Betty krijg ik een serie enveloppen met kaarten. Voor iedere dag één met andere een spreuk. Bij iedere dag van dit dagboek heb ik deze spreuken vermeldt. Dus met dank aan Betty, mijn geliefde vrouw.
Jos bracht me vanavond nog aan het twijfelen over de aankomst tijd in Colombo. Was het reisschema van Martinair op Nederlandse of lokale tijd geënt. Mogelijk dat ik er 3,5 uur naast zat, en dat zou vervelend zijn voor de trein die we willen halen. Want of Wouter de machinist kan omkopen zodat hij op ons wacht? Misschien wel, maar of de andere passagiers daar blij mee zouden zijn... Misschien ook wat rupies schuiven? Maar gelukkig, het schema is wel op lokale tijd gebaseerd. Nu maar hopen dat het vliegtuig geen vertraging heeft. We vertrekken van pier D, slurf 02. Vooraan of achteraan. Uitzwaaien of in gedachten afscheid nemen.
Nu maar eerst wat slapen, dan zien we morgen verder. Dan hopen we te vertrekken om 11.30 uur en wacht ons een reuze spannend avontuur.