woensdag 25 oktober 2006

vandaag is het mijn dag! En is de baai nog zo mooi als toen?

Vroeg in de ochtend kan ik niet meer wachten om op te staan. Ik hoor het geluid van toeterende auto’s en in gedachten roept de bruisende oceaan van Unawatuna. Ik sta op, ga me wassen en ga snel op pad. Ik wil kijken of het oude restaurant waar ik in 1984 zo vaak ben geweest er nog is. Maar helaas, ik kan kort en bondig zijn, niets gevonden! Wel veel restaurants, allemaal aan de beach maar ik vind geen enkel, maar dan ook geen enkel herkenningspunt. De baai is ook niet meer zo mooi als toen. Misschien vanavond maar eens aan de general-manager van het hotel vragen. Verder slaat wat ‘tropen-kolder’ toe, blijkbaar toch iets verkeerds gegeten. Het komt er uit, ik spoel het weg en leef verder op wat pilletjes. En het werkt prima, ik ondervind geen hinder. En de gebakken eitjes bij het ontbijt zijn heerlijk. De verdere dag slik ik wat pilletjes en dat helpt me zeker verder.
Om 9.00 uur vertrekken we en Srilan onze chauffeur staat klaar. We stappen in en nemen de kustweg naar het zuiden. Het is erg druk en we schieten maar langzaam op. Onderweg bij Weligame stap ik uit en neem ik een shotje van een paalvisser. Het wordt de standaard foto van veel toeristen en de paalvisser komt van zijn paal af. Hij heeft een vis bij zich (gekocht op de markt?) en wil die aan Jos verkopen. Jos wil wel betalen maar aan de vis heeft hij geen zin. Dus wat rupies en weer een locale die zijn dagsalaris binnen heeft. Volgens mij brengt paalvissen veel meer op als acteur dan als visser. Maar wat geeft het...
We vervolgen de tocht lang de kustweg en herinneringen komen boven. Het lijkt wel of er weinig is veranderd, of toch? De Austin Morris is een zeldzame auto geworden en er zijn wat nieuwe uit India gekomen. De gemiddelde autoleeftijd is dus wat teruggelopen, hoewel er nog vast wat wrakken rondrijden. Er lijken weinig regels als het gaat om profiel op de autoband, verlichting en gedrag in het verkeer. Er is één basisregel 'NIET botsen'. En misschien vanuit het boeddhisme, geef elkaar ook wat ruimte, maar alleen als het anders tot een botsing zou leiden.
Rond 10.00 uur komen we aan bij de poort van het Ruhunu University complex, iets ten zuiden van Matara. Ik meld mij bij de poort en vertel mijn verhaal. Ik wil graag naar binnen omdat ik ooit heb mogen meewerken aan de bouw. De wacht neemt contact op met de bazen en vervolgens krijg ik de telefoonhaak snel in handen. Ik spreek met de vice-counceller en binnen 5 minuten heb ik toegang tot het complex. Het toverwoord Ballast-Nedam blijkt deuren te openen. Ik mag naar binnen en mag gewoon vrij rondlopen. En dat doe ik dus ook met mijn reisgenoten.

Het is een hele belevenis voor mij. Ik zie hoe het complex is afgekomen en hoe het er na ruim 20 jaar bijstaat. De begroeiing is omvangrijk en ik vind dat het erg mooi is geworden. Architect Bawa heeft een geweldige creatie gemaakt en de uitstraling is goed. Herinneringen komen boven en in mijn gedachten hoor ik minidumpers rijden. Ik zie vele werkers op de steigers van het bouwwerk en de groepjes werkers waarvan je altijd afvroeg waar ze mee bezig waren. Ik hoor het geluid van mijn motor en zie mezelf in gedachten rondrijden over de bouwplaats. En ik realiseer me dat de gebouwen mooi zijn geworden. Na 20 jaar is er alleen wel wat onderhoud nodig... En ik zie op ‘teveel’ plaatsen betonrot. Op meerdere plaatsen zie ik schade aan het beton en op een enkele plaats zie ik zelfs de wapening roesten. Het soms gebruikte zeezand heeft vast niet tegengewerkt dat de wapening roest. Één van de gebouwen is recent opgeknapt, oftewel geschilderd. Deze ziet er weer mooi uit. De andere gebouwen hebben na 20 jaar een schilderbeurt hard nodig. De ligging van het terrein is mooi en de overdekte verbindingsgangen maken het inderdaad een schitterende universiteit. Mijn reisgenoot Wouter zou er graag willen gaan studeren, maar of dat alleen door de gebouwen komt?
In het gebouw van de zoölogie faculteit spreken we wat mensen. Het woord Ballast Nedam werkt opnieuw prima en mensen vinden het leuk dat er iemand komt kijken. Ik vertel maar niet dat ik na mijn stageperiode niet meer bij Ballast heb gewerkt en ook vertel ik ze niet dat ik nu eerder aan de zijde van de opdrachtgever zit.


Tot slot gaan we nog even bij de bungalow van de baas van de universiteit kijken. En het uitzicht daar is niet veranderd, ik zou er (voor de plek) zo willen wonen.

Hierna volgt een zoektocht naar het guesthouse. We zoeken en zoeken en kunnen het niet vinden. De zoektocht heeft wel definitief opgeleverd dat het huis is afgebroken. Waarschijnlijk het enige huis in mijn straat die is afgebroken en op die plek (38 Esplanade Road) staat nu een bankgebouw. De privat-hospital waar ik mijn blindedarmoperatie heb gehad is er nog wel. Ik neem zelfs binnen een video op, hoewel ik mij die situatie niet meer kan herinneren. Weggedrukt? Of meer een plekje gegeven?
Tot slot bezoeken we de Dutch reformed church in het fort van Matara. In tegenstelling tot 20 jaar geleden is net nu een levende singaleese gemeente. Het gebouw is hersteld en iedere week zijn er nu diensten. Ik heb een goed gesprek met één van de leden en geef een gift.
Na deze vermoeiende herkenningstocht in Matara gaan we naar Mapalane. Het bezoek aan de agrarische faculteit heeft iets minder herinneringen. Ik heb daar ook maar 6 weken gewerkt. Het waren wel mijn eerste tropen ervaringen, dus het heeft wel indruk gemaakt. Het boeiendste deel van het bezoek was het muurtje. Het muurtje staat er nog steeds en is niet ingestort. Oftewel de oplossing die ik had bedacht is succesvol gebleken en heeft het 20 jaar uitgehouden.
Een andere conclusie die ik uit het bezoek kan trekken is een wijze bouwles. Betere bouwmaterialen gebruiken is op termijn (zeker in de tropen) een verstandige keuze. Voor de gebouwen op Mapalane was meer geld beschikbaar en zijn aluminium kozijnen, betere dakpannen en betere stenen gebruikt. Op termijn heeft het hier zeker rendement gehad. Zeker als de functionaliteitseisen niet wijzigen. De gebouwen zijn helemaal niet verbouwd. Alleen de materialen die gebruikt worden moet wel worden gebruikt, anders komt het out-of-order. En werkt de toiletpot gewoon niet en moet je er zelf wat water doorgooien.

De dagexcursie sluiten we af met een tocht door rijstvelden, palmbomen, theeplantages en alles wat de tropen meer te bieden heeft. Zoals een stop om wat vruchten te proeven, wat foto’s te nemen en een videoshotje. Rond 16.00 uur kom ik ‘op’ terug in mijn hotel. De krachten zijn op, en ik neem een uitgebreid tukje. Om daarmee ’s avonds wat puf te hebben en dat lukt. Daarmee kan ik lekker eten en op het strand het thuisfront te bellen (met de branding van de Indische Oceaan op de achtergrond en een lekker temperatuurtje. Het is erg fijn de stemmen even te horen!

Geen opmerkingen: