maandag 23 oktober 2006

Gods schepping, De natuur is Gods kunst

Vandaag vertrekken we uit Nuwara Eliya en dus is het de laatste keer dat ik wakker wordt in het huisje van Wouter en Andrea. Het houtenharde bed bezorgt me dit keer een onrustige nacht. Blijkbaar ben ik in normale doen gekomen en word ik niet meer geveld door vermoeidheid. Ruim voor de wekker om 6.30 uur afloopt sta ik naast mijn bed en pak mijn spullen in. Alles moet mee en ik moet niets vergeten. Want ik kom hier niet meer terug en Wouter en Andrea gaan na terugkomst door naar Australië. En het is dus maar de vraag of en wanneer ik die weer zie... Bij het ontbijtje heeft Jos een eitje gekookt. Maar bij het opensnijden ziet de blubberige massa er niet echt eetbaar uit. Dus ik kieper de zaak maar weg.
Rond 8.00 uur pak ik de koffer en mijn tas en loop de steile heuvel af. Mijn koffer rolt makkelijk achter mij aan. Beneden aangekomen staat onze chauffeur SriLal klaar. Hij gaat ons de volgende dagen rijden. Alles past in de auto en ik mag voorin zitten. Het wordt een prachtige autoreis en onze eerste stop wordt de tempel bij Dave Cave. Hier is een oude stopplaats van Sri en ik bezichtig de tempel. Het blijkt een zeer oude tempel waarbij de eerste stenen bijna 2000 jaar geleden zijn gelegd. En er zijn toen prachtige schilderen van het leven en de verhalen van Boeddha gemaakt. In de tempel zijn twee liggende Boeddha’s en buiten staat een hele grote staande Boeddha. Deze is uit de rotsen gehakt en heeft daarom weinig kleur.

Na mijn tempelbezoek is de volgende stap in Ella. Hier is een prachtig uitzicht vanuit Ella Resthouse op de vallei, waarbij je bijna naar de Indische Oceaan kunt kijken. Het schijnt dat je zelfs de vuurtoren van Dondra (150 km) daar ’s nachts kan zien. Het is een mooi uitzicht en de plek komt me bekend voor. Bijna 23 jaar geleden in 1983 heb ik op hetzelfde terras koffie gedronken. Alleen toen ik 9 maanden later in Nederland de dia’s heb verwerkt, wist ik niet meer waar de dia precies was genomen. 's Avonds in het hotel check ik de beelden en het blijkt te kloppen. Het hek was toen alleen wit ipv grijs, maar verder is alles bijna hetzelfde. We trekken na een heerlijk bakje prut (ook wel koffie genoemd) verder. En het eerste wat we bereiken is een waterval. Het is een hele grote, hoge waterval. We worden door de gids gewaarschuwd voor stenen verkopers. Ik ben nog niet uitgestapt of ik begrijp waar hij het over had. Niet aanpakken, want het wordt gegeven als cadeau, maar daarna willen ze wel rupies. Dus het zijn ‘geldwolven”. Ik negeer deze wolven en laat mij inspireren door het water. En dat lukt!
Na het water trekken we verder naar het zuiden. Het weer wordt er niet beter op en na wat road-blocks en militairen op de weg bereiken we Tissamaraharama. Een oud dorpje vrij ver in het zuiden. Daar bezoeken we een zeer oude tempel (Yatela Wehera) met een grote dagoba. Het is een hele grote, volgens de boekjes wel 50 meter, volgens mij maar 12 meter. De reden van dit verschil moet ik nog eens zien uit te vinden. In ieder geval vind ik beide erg groot.

Na de Dagobe is de volgende stop een lunchcafé, ook wel Tisse Inn genoemd. Ik blijk aanvankelijk de enig gast (met mijn reisgenoten) voor dit rustige restaurant. En ik bestel wat ik graag wil eten. Het is champignonsoep met omelet. En na 45 minuten wachten komt het. Het is warm en prima te eten en met een volle maag trek ik verder.

De weg wordt steeds stiller en we komen aan bij het Yala Beach Safari Hotel. Het is een zeer decadent EcoHotel en we worden met alle egards ontvangen. Mijn naam staat op de welkomstlijst, de koffers worden voor ons uit de auto getild en de bediening komt aangesneld met een welkomstdrankje. Uiteraard nadat ik bij de poort van het ressort mijn handen heb mogen reinigen met een warme towel. Na het inboeken worden de koffers naar mijn appartement gebracht en wacht een geweldig mooie kamer. Alles wat je in een luxe hotelkamer verwacht is er. Ook terwijl ik daar in de middle of nowhere ben. Prima toch. Dus de zwembroek aan en een duik in het zwembad, ik zit tenslotte in de tropen. Samen met mijn reisgenoten moet ik het grote zwembad delen, en ik kan ze terugvinden in het bad. Daarna een drankje in de poolbar en tenslotte een buffet als diner op de verdieping, met uitzicht over de savanne. Uitzicht: als het licht zou zijn dan. Wat wel hoorbaar en plaatselijk voelbaar is, is de regen. Het giet, nee de emmers worden werkelijk boven ons leeggegoten. En dus denk ik, alles wat nu valt is morgen niet meer boven mij.
Rond 22.00 uur is het tijd om naar bed te gaan. Omdat er olifantengevaar is en de appartementen alleen via een wandeling buiten bereikbaar zijn is er hulp nodig. En die is gelukkig beschikbaar daar in het Yala Beach Safari Hotel. Met een busje naar mijn ‘hutje’ en dan lekker rusten? Nee, daar start het avontuur van vandaag pas. Olifanten op de stoep. Werkelijk vlak voor onze appartementen staan twee olifanten. En ik ben ruim een uur me aan het verwonderen over wat dat voor beesten zijn. En dus te genieten van de spreuk van de dag à Gods schepping.

Hoewel, deze grote beesten ook druk zijn met het verwoesten van de tuin. Ik begrijp later dat ze bezig zijn 200 kg struiken op te eten. En de volgende dag zie ik hoeveel dat is. De schade die olifanten kunnen aanrichten is me daarmee helemaal duidelijk en ik ben weer een ervaring rijker.
Moe en voldaan ga ik vervolgens slapen. Met een zoemende airco op de achtergrond.

Geen opmerkingen: